Verzekeringseisen & scope 12 regeling
Verzekeren van zakelijke zonnepanelen is geen optie maar noodzaak!
Steeds meer bedrijven zien de voordelen van het investeren in zonnepanelen. En terecht, want het is een van de weinige investeringen die voor lange tijd zowel financieel rendement oplevert als bijdraagt aan een duurzamere wereld. Maar met zo’n grote investering wil je natuurlijk ook dat alles goed verzekerd is, bijvoorbeeld tegen diefstal, storm- of brandschade. Het gaat daarbij niet alleen om schade aan de zonnestroominstallatie zelf maar mogelijk ook om schade aan je bedrijfspand en soms zelfs om bedrijfsschade als je bedrijfsproces verstoord wordt, of erger, je bedrijf helemaal tot stilstand komt.
In de praktijk zien we dat de risico’s op problemen bij zonnestroominstallaties best wel meevallen. Diefstal komt niet veel voor en extreem weer zorgt bij een deugdelijke installatie nog steeds in relatief weinig gevallen tot schade. En als de installatie deugdelijk is aangelegd met kwalitatief hoogwaardige producten, is het risico op brand ook gering. Mocht je hierdoor je misschien afvragen of het überhaupt dan nodig is om zonnestroominstallaties te verzekeren is er gelukkig maar één antwoord mogelijk:
Je zonnestroominstallatie valt onder je opstalverzekering en je bent verplicht om bij je verzekeraar aan te geven of je zonnepanelen hebt.
Doe je dat niet, dan hoeft de verzekeraar niet uit te keren als er iets gebeurt.
Witte rook bij verzekeraars: Scope 12 regeling!
De scope 12 certificering begint met een zogeheten Eerste Bijzondere Inspectie (EBI), waarbij de volledige zonnestroominstallatie wordt gecontroleerd. Daarna moet je de installatie elke 3 tot 5 jaar weer laten inspecteren. Deze Periodieke Inspectie (PI) is minder uitgebreid dan de EBI. Tijdens beide inspecties wordt er aan allerlei zaken aandacht besteed. De inspecteur zal bijvoorbeeld de tekeningen, berekeningen en documenten beoordelen. Dit om onder meer vast te stellen dat de dakconstructie sterk genoeg is om het extra gewicht van de zonnestroominstallatie te kunnen dragen. Uiteraard wordt ook het elektrisch materieel gecontroleerd waarbij wordt nagegaan of de installatie is aangelegd zoals de erkende installateur en fabrikant van de onderdelen dat bedoeld hebben. Ook is er speciale aandacht voor de brandveiligheid, en of er bijvoorbeeld voldoende ventilatie rondom de omvormers is. Een inspecteur zal ook een visuele inspectie van de complete installatie doen en elektrotechnische metingen uitvoeren. Het gaat bijvoorbeeld ook om het controleren van de bevestiging van de panelen en de stroomspanningen.
Hoe is de scope 12 regeling ontstaan?
In de huidige wet- en regelgeving zijn geen eenduidige regels en/of bepalingen opgenomen over hoe een zonnestroominstallatie moet worden aangelegd en onderhouden. Wel is er een groot aantal verschillende Europese normen waarin de kwaliteit van de toegepaste onderdelen is vastgelegd. Dit zijn echter overwegend productgerichte normen. Er is geen wettelijke norm opgesteld voor hoe de zonnestroominstallatie als geheel moet zijn opgebouwd en geïnstalleerd. Hierdoor is de uiteindelijke kwaliteit van de PV-installaties niet eenduidig vastgelegd met als gevolg dat er veel verschil is ontstaan in kwaliteit en aanleg. Vanuit de verzekeringsmarkt is hierdoor behoefte ontstaan aan een eenduidige beoordelingswijze van de technische kwaliteit en veiligheid van zonnestroominstallaties. Om hier grip op te krijgen is de certificeringsregeling scope 12 door de verzekeringsbranche bedacht.
Wat is de scope 12 regeling?
Scope 12 is een certificeringsregeling die in 2020 is ontstaan in samenwerking tussen verzekeraars, de brandweer en inspectiebedrijven, om tot een standaard te komen waaraan zonnestroominstallaties moeten voldoen. In de scope 12 is beschreven welke eisen er voor inspecties van zonnestroominstallaties gelden en is gedetailleerd vastgelegd in het Technisch Document 18 (TD18). De instantie die het kwaliteitssysteem heeft ontwikkeld en hierop toezicht houdt is Stichting Certificering Inspectie en Onderhoud van Stookinstallaties (hierna: SCIOS) . SCIOS zorgt onder meer voor de kennis- en vakbekwaamheidseisen. Een inspecteur is pas bevoegd als het SCIOS-erkend scope 12-examen is behaald. Daarnaast verzorgt SCIOS de bedrijfsaccreditaties. Alleen bedrijven die in het bezit zijn van dit specifieke SCIOS certificaat mogen SCIOS scope 12 inspecties uitvoeren. Personen die alleen een diploma hebben, zijn niet gecertificeerd en kunnen geen SCIOS scope 12 inspectie uitvoeren.
Waarom voert Sunforce zelf geen Scope 12 inspecties uit?
We zijn van mening dat er een heldere lijn dient te bestaan tussen ons als installateur en de externe controleur/inspecteur: anders is het een beetje als de slager die zijn eigen vlees keurt. Daarom laten we alle installaties door een externe inspecteur keuren die daarvoor (SCIOS)gecertificeerd is.
Ondanks standaarden is niet altijd helder wat er gevraagd wordt
Misschien lijkt het allemaal wat overdreven, die scope 12. Het is zonder twijfel een zeer uitgebreide keuring, maar er zit een goed idee achter: het stelt de verzekeringsmaatschappij in staat om een goede risico-inschatting te kunnen maken. Met de scope 12 regeling ontstaat er duidelijkheid over de veiligheid van een zonnestroominstallatie, waardoor de kosten voor een verzekering beheersbaar blijven. Prettig is ook dat er nu consensus onder verzekeringsmaatschappijen bestaat over welke eisen er aan zakelijke zonnestroominstallaties worden gesteld. Ondanks dat de standaarden al enige jaren geleden (2020 – 2021) zijn uitgewerkt en vastgesteld is het toch nog niet altijd helder wat verzekeringsmaatschappijen aan hun zakelijke klanten vragen. Daar zijn een paar redenen voor aan te wijzen:
1
Om de specifieke ‘zonnestroom-clausules’ in de verzekeringspolissen te harmoniseren heeft de vereniging van zakelijke verzekeraars (VNAB) en het Verbond van Verzekeraars in 2020 een modelclausule opgesteld. Hoewel de verwachting en hoop was dat hier een zekere mate van standaardisatie zou ontstaan onder verzekeringsmaatschappijen blijkt de praktijk inmiddels anders. De modelclausule diende slechts als voorbeeld waarvan door middel van wijzigingen, aanvullende bepalingen en/of andere clausules kan worden afgeweken. Het staat elke verzekeringmaatschappij vrij om andere clausules aan haar klanten aan te bieden. Een rondje langs de velden laat ook zien dat dit in de hedendaagse praktijk gebeurt. Zo zijn er verzekeringsmaatschappijen die geen scope 12 normen maar andere vaak verouderde normen aan hun klanten voorschrijven. Daarnaast worden verschillende termijnen voor de Periodieke Inspecties (PI) gehanteerd. Soms 3, 5 of 6 jaar. Soms wordt zelfs helemaal afgezien van de scope 12 eisen en wordt het risico op een andere manier afgedekt. Bijvoorbeeld door het hanteren van een hoger eigen risico of door het aftoppen van het mogelijke schadebedrag. Kortom, het maakt nogal uit bij welke verzekeringsmaatschappij je zit als het om de zonnestroomclausules gaat en er zijn grote verschillen zichtbaar.
2
Er is geen heldere overgangsperiode met bijbehorende kaders afgesproken. Zo is onduidelijk hoe om te gaan met zonnestroominstallaties die al (enige) jaren geleden zijn opgeleverd en sinds oplevering veilig en zonder problemen hebben gefunctioneerd en bovendien al vele jaren in dekking zijn genomen. Moeten al deze zonnestroominstallaties met terugwerkende kracht voldoen aan de nieuwe eisen van scope 12? Hoe redelijk en billijk is dat?
3
De scope 12 inspectie kent een onderscheid in een Eerste Bijzondere Inspectie (EBI) en Periodieke Inspecties (PI). De werkzaamheden van de inspecties verschillen. Bij de EBI wordt een aantal zaken onderzocht die niet telkens bij een PI herhaald hoeven te worden. En de EBI is vooral gericht op de kwaliteit van de aanleg en oplevering: voldoet de installatie aan de geldende normen en de instructies van de fabrikant? De EBI en PI lijken onlosmakelijk verbonden te zijn met elkaar. Hoe om te gaan met inspecties van zonnestroomsystemen waar nooit een EBI heeft plaatsgevonden? Kunnen er dan wel Periodieke Inspecties plaatsvinden? Of dient er altijd net als bij de overgang naar een nieuwe tandarts eerst het systeem ‘gesaneerd’ te worden (d.m.v. een EBI) om in de periodieke controles mee te kunnen worden genomen?
Een andere onduidelijkheid is hoe te handelen bij het tussentijds aanpassing van het systeem. Bijvoorbeeld als 2 jaar na de EBI het systeem met 20 panelen wordt uitgebreid? Dient er dan opnieuw een EBI plaats te vinden of volstaat een melding aan de verzekeringsmaatschappij van de uitbreiding. Momenteel wordt dit niet in de scope 12 regeling geregeld en blijft het open voor interpretatie van inspecteur en verzekeringsmaatschappij. De kans is dus groot dat bij de eerstvolgende PI ‘problemen‘ ontstaan omdat de EBI niet meer in de actuele situatie voorziet.
Hulp bij vragen over scope 12
Heb je te maken met de scope 12 problematiek? Bijvoorbeeld omdat je recent bent benaderd door je verzekeringsmaatschappij. Of heb je een andere vraag over de scope 12 regeling? Onze zonnestroomspecialisten staan je graag met raad en daad bij. Mail je vraag naar bedrijven@sunforce.nl of bel: 085-2379100